De Aziatische olifant (Elephas maximus) is ontstaan uit de Stegodon en behoort tot het rijk van de Animalia (dieren), de stam Chordata (chordadieren), de klasse Mammalia (zoogdieren), de orde Proboscidae (slurfdieren), de familie Elephantidae (olifanten) en het geslacht Elephas. Hij heeft zijn naam te danken aan het gebied waarin hij woont, namelijk Azië.

Er zijn vijf verschillende soorten:

- De Indische olifant (Elephas maximus indicus)

- De Ceylon-olifant (Elephas maximus maximus)

- De Sumatraanse olifant (Elephas maximus sumatrensis)

- De Borneodwergolifant (Elephas maximus borneensis)

- De Borneo-pygmee-olifant De verschillen tussen deze soorten zijn klein, maar ze zijn er wel. De Indische olifant is de meest voorkomende en leeft in Cambodja, Zuid-China, India, Laos, Maleisië, Myanmar, Nepal, Thailand en Vietnam. De Ceylon-olifant wordt ook wel de Sri Lankaanse olifant genoemd en leeft in Sri Lanka. Deze komt het minst voor, maar is tegelijkertijd de zwaarste, hij weegt namelijk tot 5500 kg. Ook is deze het donkerste van kleur doordat hij de meeste pigmentvlekken heeft. De Sumatraanse olifant leeft op het eiland Sumatra en is de lichtste olifant met zijn maximaal 4000 kg. Verder is hij het lichtste met het minste pigment en heeft als enige in plaats van 19 paar ribben er 20 paar. De Borneodwergolifant leeft op het eiland Borneo. De Borneo-pygmee-olifant is pas sinds 2003 bekend en leeft in Maleisië. Hij is de kleiner dan de andere Aziatische olifanten, maar heeft grote oren, een langere staart en rechtere slagtanden.

Gemiddeld zijn Aziatische olifanten twee tot drie en een halve meter groot en wegen tussen de 3000 en 5000 kg. Ze hebben kleine, naar beneden wijzende oren en een bolle rug met vaak een bochel erop. Ook hebben ze op hun voorhoofd twee bulten. De slurf vormt de bovenlip en de neus en heeft aan het einde alleen een puntje aan de bovenkant, deze puntjes worden vingers genoemd. De Afrikaanse olifant gebruikt zijn oren om af te koelen, maar de Aziatische olifant gebruikt hiervoor zijn slurf. Anders bij de Afrikaanse olifant hebben alleen mannelijke Aziatische olifanten slagtanden. Hij eet ongeveer 150 kg plantaardig eten en drinkt ongeveer 80 tot 160 liter water per dag. Om al die plantaardig voedsel te vermalen heeft hij net zoals de Afrikaanse olifant lamellen, maar bij hem zijn ze recht. Hij heeft ook net zoals de Bosolifant 5 tenen aan zijn voorpoten en 4 aan zijn achterpoten. Hij wordt ook ongeveer 60 jaar.

Mannetjes worden bullen of stieren genoemd, vrouwtjes koeien of vaarsen en een jong een kalf.

Een koe is 22 tot 23 maanden zwanger en krijgt meestal één jong per keer. Het jong weegt ongeveer 80 tot 115 kg en drinkt in het begin melk bij de moeder. Het kan, net zoals bij de Afrikaanse olifant meteen lopen en na twee dagen gaat het al met de groep mee. De oudere vrouwtjes beschermen niet alleen hun eigen jong, maar ook dat van de andere vrouwtjes doordat zij aan de buitenkant lopen en de jongen in het midden. De kalveren kunnen ook bij andere vrouwtjes drinken. Een koe is met een jaar of acht vruchtbaar en een stier met een jaar of 15.

De Aziatische olifant wordt bedreigt door de mens, doordat deze zijn leefgebied verwoest en op hem jaagt. Ook wordt de olifant gebruikt als een soort machine om zware dingen te sjouwen. Wel wordt de Ceylon-olifant vereerd in Sri Lanka met een groot feest.

Indische olifant 

Borneodwergolifant

Sumatraanse olifant

Borneo-pygmee-olifant

Ceylon-olifant

This free website was made using Yola.

No HTML skills required. Build your website in minutes.

Go to www.yola.com and sign up today!

Make a free website with Yola