De Afrikaanse olifant is het grootste landdier ter wereld en behoort tot het rijk van de Animalia (dieren), de stam Chordata (chordadieren), de klasse Mammalia (zoogdieren), de orde Proboscidae (slurfdieren), de familie Elephantidae (olifanten) en het geslacht Loxodonta (Afrikaanse olifanten). Hij is ongeveer 1,9 tot 6,7 miljoen jaar geleden ontstaan uit de Stegodon.

Er bestaan twee soorten Afrikaanse olifanten, namelijk:

- De Savanneolifant (Loxodonta africana)

- De Bosolifant (Loxodonta cyclotis)

De Afrikaanse Dwergolifant (Loxodonta pumilio) en de Moerasolifant (Loxodonta fransseni) bestaan ook nog, maar dit zijn waarschijnlijk afwijkende exemplaren van de Bosolifant. 

Beide olifanten vertonen overeenkomsten. Ze leven namelijk beide alleen in Afrika, vandaar de Afrikaanse olifant. Ze worden ongeveer negen meter lang en ze hebben een lange slurf die de neus en de bovenlip vormt met aan het einde twee puntjes, eentje aan de boven- en een aan de onderkant. Ook eten en drinken ze er veel mee, want ze moeten per dag ongeveer 140 kg eten en 100 kg water drinken. Ze hebben grote oren die wel twee meter kunnen worden en ze gebruiken ze om af te koelen. Vrouwtjes en mannetjes hebben beide slagtanden die ze gebruiken als hulpmiddel bij hun eten en om zich te verdedigen, deze zijn gemiddeld 60 kg, maar ze komen voor van 117 kg. Het zijn beide planteneters en hebben vier grote, ruitvormige kiezen die ze gebruiken om hun eten te vermalen, deze worden lamellen genoemd. Ze krijgen zes keer in hun leven nieuwe kiezen, dus wanneer rond hun 60ste hun laatste kiezen zijn versleten gaan ze dood doordat ze niet meer kunnen eten.

Ze hebben een huid van 2 cm dik en lopen op hun tenen. Dit lijkt niet zo, maar onder de hielen zitten vezelige kussen die samen met de tenen het gedeelte dat de grond raakt vormen. De Savanneolifant heeft aan zijn voorpoten 4 en aan zijn achterpoten 3 tenen en de Bosolifant heeft aan zijn voorpoten 5 en aan zijn achterpoten 5 tenen. Verder hebben ze een plat voorhoofd en een rechte rug. De Afrikaanse olifant leeft in groepen, dit zijn meestal families. Bij een vrouwelijke groep heeft de oudste of grootste koe de leiding. Zodra de groep meer dan tien leden bevat, valt deze uit elkaar in twee kleinere groepen, wel houden de groepen nog contact. De mannetjes verlaten op hun tiende de vrouwelijke groep en vormen met andere jonge mannetjes ook een groep. Naarmate ze ouder worden verlaten ze deze groep weer en leven solitair verder. De vrouwtjes blijven voor de rest van hun leven bij hun groep. De vrouwtjes zijn eens in de vijf jaar tussen de 18 en 22 maanden zwanger. Zodra het jong geboren wordt weegt het 100 kg en heeft het veel haar. Het drinkt twee jaar bij de moeder en weegt daarna 500 kg. De tepels van de moeder bevinden zich tussen de voorpoten. Ook heeft het veel minder haar, namelijk alleen nog aan het einde van zijn staart, rond zijn ogen en borstelharen op de kin en slurf.

Een mannetje wordt een stier of bul genoemd, een vrouwtje een koe of vaars en het jong een klaf.

De Afrikaanse olifant wordt bedreigd, vooral doordat er op zijn ivoor wordt gejaagd, maar ook doordat zijn leefgebied bedreigd wordt.

Beide olifanten vertonen ook verschillen.

De Savanneolifant
Deze leeft in Afrika alleen ten zuiden van de Sahara. De Savanneolifant wordt ongeveer 3 tot maximaal 4,2 meter groot en weegt 3000 tot maximaal 12000 kg. De slagtanden zijn gebogen en hij eet vooral gras, twijgen, bladeren en schors.

De Bosolifant
Deze leeft in de regenwoudgordel van West- en Centraal-Afrika. Hij wordt ongeveer 2,4 tot maximaal 3 meter groot en weegt 1800 tot 3500 kg. Hij is dus kleiner dan de Savanneolifant. Zijn slagtanden zijn rechter en meer naar beneden gebogen en zijn oren zijn ronder. Hij eet vooral bladeren, twijgen en vruchten.

Savanneolifant

 

Bosolifant 

This free website was made using Yola.

No HTML skills required. Build your website in minutes.

Go to www.yola.com and sign up today!

Make a free website with Yola